6 Manieren waarop tuinieren goed is voor je gezondheid

Tuinieren is een van de gezondste buitenactiviteiten die je kunt doen in de lente en zomer.
Het biedt volop frisse lucht, zonneschijn (hallo, vitamine D!) en matige lichaamsbeweging – en het mooiste van alles: je eindigt met een tafel vol verse groenten en kruiden. Mensen met groene vingers weten al lang dat tuinieren zowel lichamelijk als mentaal goed voor je is.

Tuinieren verlaagt de bloeddruk
Onderzoekers hebben ontdekt dat het ruiken aan rozen en het wieden van onkruid de bloeddruk kan verlagen, de hersenactiviteit verhoogt en een algemeen positief gevoel geeft. Tuinieren verlaagt letterlijk het cortisolniveau (het stresshormoon)!

Tuinieren geeft een gevoel van controle en psychologisch welzijn
Tuinieren kan een gevoel van controle geven – het psychologische tegenwicht voor stress en angst. Alleen al het afleiden van je gedachten van je problemen kan pijn en depressie verlichten. Voor mensen met een beperking kan zelfs de eenvoudigste vorm van tuinieren – zoals het laten groeien van een plantje in een potje – een bevredigend gevoel van controle en voldoening geven. Het groeiende vakgebied van de “horticultuurtherapie” levert bewezen resultaten op bij patiënten met depressie en andere psychische aandoeningen. De voordelen lijken voort te komen uit een combinatie van lichamelijke activiteit, bewustzijn van de natuurlijke omgeving, cognitieve stimulatie en de voldoening van het werk.

Hartgezondheid en verminderd risico op een beroerte
Regelmatig tuinieren verlaagt het risico op een beroerte en een hartaanval met wel 30% bij mensen ouder dan 60. Zorg ervoor dat je je armen of benen (zonder zonnebrandcrème) ongeveer 10 minuten blootstelt aan de middagzon tijdens het tuinieren: dit levert genoeg vitamine D op om het risico op hartziekten, osteoporose en verschillende soorten kanker te verlagen. Mensen met de laagste vitamine D-waarden kunnen hun risico om aan hartziekten en andere oorzaken te overlijden zelfs verdubbelen – vaak doordat ze te veel binnen zitten. Probeer 30 minuten per dag te tuinieren. Als je schema dat niet in één keer toelaat, probeer dan 15 minuten in de ochtend en nog eens 15 minuten na het werk. Het bewijs is duidelijk: te veel zitten is slecht voor je gezondheid, dus onderbreek het zoveel mogelijk met korte periodes van activiteit.

Hersengezondheid en risico op Alzheimer
Onderzoekers ontdekten dat dagelijks tuinieren het risico op dementie met 36% verlaagt – en een andere studie schatte dit zelfs op 47%! Waarom maakt tuinieren zo’n verschil? Alzheimer is een mysterieuze ziekte en de factoren die het ontstaan en verloop beïnvloeden zijn nog niet volledig begrepen. Maar tuinieren betrekt zoveel van onze essentiële functies, waaronder kracht, uithoudingsvermogen, handvaardigheid, leren, probleemoplossing en zintuiglijke waarneming, dat de voordelen waarschijnlijk voortkomen uit deze combinatie van aspecten.

Handkracht en behendigheid
Tuinieren houdt de handspieren sterk en soepel zonder dat je speciale oefeningen hoeft te doen, zoals een fysiotherapeut die misschien zou voorschrijven. Doe een paar eenvoudige warming-ups voor je handen, let op een comfortabele en ergonomische houding en wissel regelmatig van taak om overbelasting te voorkomen. Gebruik afwisselend je rechter- en linkerhand om je lichaam in balans te houden – werken met je niet-dominante hand is bovendien een goede oefening om je hersenen scherp te houden naarmate je ouder wordt.

Immuunregulatie
Niet alleen helpt de vitamine D uit de zon je om verkoudheden te bestrijden, maar zelfs de aarde onder je vingernagels kan je gezondheid verbeteren! De “vriendelijke” bodembacterie Mycobacterium vaccae – veelvoorkomend in tuinaarde en opgenomen via inademing of via groenten – blijkt symptomen van psoriasis, allergieën en astma te verlichten, die allemaal kunnen ontstaan door een ontregeld immuunsysteem. Deze bacterie is ook in verband gebracht met verlichting van depressieve klachten, dus ga gerust lekker met je handen in de aarde wroeten. Onderzoekers vermoeden dat het immuunsysteem ook invloed heeft op onze hersenen en dus bijdraagt aan zowel geestelijke gezondheid als het afweersysteem. Ontstekingen lijken daarbij een mogelijke sleutelrol te spelen.